« Home | Faverey op Vlaamse wegen » 

08 april 2006 

OF/OF/OF

De poëzie als meest melancholische uitdrukkingsvorm van de mens van deze tijd: een etherisch kinderlijk en tegelijkertijd een haast totalitair oppresief geloof van een vorm die een alomvattende condensatie zou moeten zijn. In welke poëtica je ook verzeild geraakt, het komt hier altijd weer op neer (net zo trouwens in de a-symfonische vorm van een heel spectrum aan hedendaagse muziek). Of het nu om een Eliot gaat die zijn fragmenten bijeenschraapt aan de fallische ruïne van zijn Existenz-klang (of is dat hineininterpretieren? of gaat het hinein voorbij aan de poëtische expressie? OF/OF/OF), of een Van Bastealere die het jeu van reeksen dispersieve abnegaties parallelliseert in ex-tensie van het intuïtieve anomale centrum. Het komt alles op een indirecte expressie van de onbereikbare singulariteit neer.

Maar dan andersom ook weer: de poëtische taal, het poëtische taalgebruik blijft in zijn onverholen suggestie van ‘een’ betekenis steeds weer verhullend onthullen, verwijst en wijst af, neemt op en stoot af, stelt de herkenning tegelijkertijd daar en uit (oui, bien sur dérider). En dat is misschien haar onverholen, buiten-schijnlijke kracht: het omvattend ontvatten of het encadrillement van de eindeloze verwijzing, de expressieve hyperbool van het onthullende krachtveld van een onbereikbare singulariteit.

En mutatis mutandis doe ik het zelfde in deze glos op niets en alles telkens weer.

Pixagogo direct photo link

Voetnoten bij glossen

  • Deze 'no log blog' plaatst zich binnen het rhème van deze tijd. Ze is gebonden op de gloeiende talige sporen die mensen achterlieten en zullen achterlaten in de zonsondergang van elk telkens herschapen avondland.

  • ...
  • ...
Info

Laatste posts

Powered by Blogger